Cubitaal tunnel syndroom
Bij het cubitaal tunnel syndroom is sprake van een beknelling van een zenuw bij de elleboog. De nervus ulnaris (zenuw) loopt daar door een geultje. Dit geultje wordt bedekt door diverse spieren, vliezen en banden. Al deze structuren kunnen de zenuw beklemmen.
Door druk op de zenuw kan de geleiding van de zenuw verstoord worden en dit kan tot een doof gevoel en/of tintelingen leiden in de pink en ringvinger. Ook kunnen bepaalde spieren in de hand dun worden (spieratrofie) doordat zij verminderd signalen doorkrijgen. Hierdoor kan bijvoorbeeld het spreiden en sluiten van de vingers moeizamer gaan. Als de zenuw langdurig onder druk staat kan er een klauwstand optreden in de pink en ringvinger.
In veel gevallen is de oorzaak van de aandoening niet duidelijk. Langdurig achter elkaar buigen van de elleboog, tijdens onze slaap bijvoorbeeld en langdurig steunen op elleboog zorgen ervoor dat de zenuw oprekt en dit kan de klachten veroorzaken. De zenuw ligt bovendien erg oppervlakkig ter hoogte van de elleboog en is daardoor ook meer vatbaar voor druk. Ook is het mogelijk dat de zenuw makkelijk uit de tunnel glipt bij het buigen en strekken doordat deze erg ondiep is. Bij een klein aantal patiënten is een breuk van de elleboog de oorzaak.